dinsdag 12 juni 2007

Filosofie: Ideaalbeeld

Ik had toevallig gisteren een korte discussie met een collega en we kwamen daarbij uit op het denkbeeld van Plato zijn ideale staat (zij het kort).

Nu heb ik het boek van Plato gelezen over de ideale staat, maar het is een flutboek. Het is zo slecht dat ik het halverwege heb weggelegt. Nee, het is niet zo dat ik het niet begreep of zo, het is gewoon de inhoud en wat Plato's visie is op de ideale staat. Gegeven, delen van Plato's boek zijn inmiddels achterhaald, gezien de leeftijd van het boek is dat ook niet meer dan normaal. Maar het was mij al vrij snel duidelijk dat Plato op een Utopie aanstuurde. Een perfecte staat die niet bestaan kan.
Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel gezwets over niet mogelijke zaken. Nu zit er een verschil tussen hypothetische zaken en wat ik gezwets noem. Om het gebrek aan te geven bij Plato in een paar woorden zou ik het beste kunnen verwijzen naar het beeld van een mechanische staat. De mechanieken die de staat besturen, alsook de mensen hebben dergelijk strakke verhoudingen ten opzichte van zichzelf en anderen dat ze mechanisch zijn. Zij kunnen niet meer zijn dan hun taak.
Niet alleen is dit een onmogelijkheid omdat je met flexibele zaken werkt (de mens zelf namelijk), het is ook een dodelijk gevaarlijk systeem omdat het verandering niet meer toestaat.

Nu was ik al enigzins op weg naar deze beeldvorming. Ik trof namelijk voor Plato al in Friedrich Nietzsche's schrijfsels al dit beeld aan. Hij vormde dit beeld met behulp van Plato's boeken, maar ook naar de visie van zijn tijd. De verlichting, mijn favoriete studieonderwerp, bracht de mechanische mens voort. Een mens die als organische machine functioneerde en waarbij componenten konden worden vervangen. Een mens waarbij de gedachte niet vrij, maar vooraf bepaald door evolutie was. Een overtrokken evolutionair beeld als gevolg van een onderschatte evolutionaire complexheid.

...Mijn verontschuldiging voor deze grote gedachtesprong. Sta mij toe mijn gedachte te verklaren.
In principe is de fout wat werd gemaakt dat de hersenen relatief simpel werkten en gehoorzaam zijn gemaakt door factoren van de evolutionaire wetten in de evolutietheorie. Het is waarschijnlijk waar dat de aanleg wordt bepaald bij creatie van de mens gedurende de eerste negen maanden als foetus. Maar de aanleg wilt nog niet ontwikkeling betekenen. Aanleg vergroot alleen de kans tot ontwikkeling. En verschillende denkpatronen beïnvloeden elkaar weer. Het is voor een mens te complex om deze invloeden te overzien, die complexheid geeft ons het idee van vrije wil. Zij is vrij omdat wij haar niet kunnen overzien. In werkelijkheid bepalen aanleg, verleden en de huidige omstandigheid volledig onze keuzes. Zoals ik nu dit hier typ alsook dat u dit hier nu leest.

Heden ten dage bestaat het mechanische denkbeeld niet meer. De wereld gaat vooruit en daarmee het denkbeeld. De mechanische principes zijn algemene koek. Met de studie van de hersenen is de elektronische mens ontstaan. Een mens vol met elektronische banen die informatie van en naar de hersenen toevoeren. Deze ontwikkeling komt door het beter begrijpen van onze werking van de hersenen, maar ook door het proberen oplossen van zenuwstoringen.

Ik begrijp dat ik u wellicht nu verveel en zal dus mijn riedel afsluiten en terug gaan naar Nietzsche. In De Vrolijke Wetenschap van Nietzsche behandeld hij God. Indien u op de woorden van Nietzsche God is dood, reageert met God zei; Nietzsche is dood, dan maakt u zichzelf belachelijk omdat u niet begreep wat Nietzsche zei. Want hij had het over de leefwijze die men in de middeleeuwen aanhing ten opzicht van God.
De ruimte wat ontstond door het afvallen van de Christenlijke rituelen door de verlichting, een ruimte die (in mijn ogen tergend genoeg) nogsteeds niet goed is gevult met nieuwe waardevolle rituelen (zoals goede normen en waarden).

Wellicht weet u wel dat ik niet in God geloof. Maar ik redeneer altijd verder dan wat ik geloof, ik beredeneer en bekijk namelijk ook wat kan zijn als ik het mis heb.
Mijn conclusie over God is alsvolgt;

Er stond niemand in de hemel om mee te beginnen; Niet u, niet ik en zelfs niet God.

Denk daar maar over na, ik zal ter zijner tijd mijn standpunt verklaren.

Beste lezer,

ik wens u, en uw naasten een warm en hartelijk kerstfeest toe, zelfs als u het niet viert.

Geen opmerkingen: