woensdag 12 december 2007

Verhaal: Project Nova

Het was een regenachtige dag en de 15 jarige Sofie lag op haar bed haar huiswerk te maken. “Bah! Wiskunde.” Dacht ze bij zichzelf. Haar moeder kwam de kamer binnen en zette wat limonade en koekjes neer op de tafel. “Lukt het?” Vroeg haar moeder vriendelijk.

Wiskunde was niet Sofie’s beste vak, ze vond biologie veel leuker. Ze moest meester Knijpers ook niet, die saaie oude wiskunde leraar legde alles altijd zo langdradig uit.

Sofie sloeg haar schrift en boek dicht, ze had het wel voor gezien, ze zou er vanavond nog wel even aan verder werken. Ze keek uit haar raam en zag dat het minder hard was gaan regenen. Ze liep naar onder toe, deed haar jas aan en pakte een paraplu. “Ik ga naar Margriet toe!” Riep ze naar haar moeder.

Eenmaal buiten viel het haar op dat het best warm was voor het najaar. Sofie hield niet zo van het najaar, het was altijd zo somber. Ze pakte haar fiets en ging ze op weg naar Margriet. Zolang Sofie zich kon herinneren was Margriet al een vriendin van haar. Ze hadden altijd in dezelfde klas gezeten en deden alles samen. Ze was bijna bij Margriet aangekomen toen ze plotseling iets vreemds zag in een klein steegje. Ze stapte van haar fiets af en met zette de fiets neer tegen de muur van het steegje. Voorzichtig liep ze naar het meisje toe. Sofie wilde net vragen wat er aan de hand was toen het meisje haar handen van haar snikkende gezicht af haalde en het hoofd naar Sofie draaide. “Je moet me vinden!” hoorde Sofie in haar hoofd schreeuwen. Plotseling verdween het meisje in een wolk van bloed dat overal tegen de muren en op Sofie spetterde. Schreeuwend en van angst weg rennend verliet Sofie het steegje, maar op straat was het uitgestorven. Ze draaide zich om en keek nog een keer het steegje in en zag toen niets, geen bloed op de muren en zelfs niet op haar kleding. “Heb ik het dan allemaal verbeeld?” Dacht Sofie bij zichzelf.

Geschrokken pakte ze haar fiets en ging ze weer op weg naar Margriet. Plotseling reden er weer auto’s met hun koplampen aan en was er overal weer geluid te horen. Ze moest nog vijf minuten fietsen, dus fietste ze de straat door. Ze sloeg bij de tweede kruising rechtsaf en moest nog twee huizenblokken ver fietsen om bij Margriet te komen. Plotseling was het stil nadat ze had afgeslagen. Geen auto’s en geen mensen, alles straalde een koude leegte uit. De lichten in de huizen waren aan, maar het leek wel alsof er niemand thuis was. Het was gestopt met regenen, maar er waaide nog een koude najaarswind door de straat. Sofie draaide haar fiets om, maar merkte dat achter haar plotseling een grote muur stond waar ze niet langs kon. Ze stapte weer van haar fiets af en liep voorzichtig naar voren. Plotseling verscheen het meisje weer in de verte en liep langzaam naar voren. Vanuit de regenpoelen stegen druppels water op die in de lucht bleven hangen. Sofie keek angstig om haar heen en zag op tien meter afstand een steegje open. Ze stapte op haar fiets en fietste zo hard ze kon door het steegje, tussen de oude dozen en het andere zwerfvuil door. Ze durfde niet achter zich om te kijken, maar voelde dat ze nog steeds gevolgd werd. Na vijf minuten hard fietsen durfde ze eindelijk te stoppen.

Sofie kijkt rond om haar heen en ziet dat ze is beland bij het oude industrieterrein. Sinds de stad een nieuw terrein heeft gekozen zijn veel fabrieken hier gesloten en verhuist naar het andere terrein. Omdat de sloop altijd wat achter lag en het bestemmingsplan van de gemeente nog niet rond was stonden er veel verlaten panden. Sofie wilde hier eigen net zo snel weg en pakte haar fiets weer. Er reden nog wel wat vrachtwagens en auto’s rond ook al was het merendeel van de panden leeg. Sofie merkt plotseling dat het veel donkerder was geworden en keek op haar horloge, het was al half zes!

Snel pakte Sofie haar mobiele telefoon, maar toen ze wilde bellen merkte ze dat ze geen bereik had. Ze hield haar telefoon nog eens wat hoger in de lucht, maar bij het bereik stond nog geen enkel streepje. Sofie ging ervan uit dat het te maken hadden met de fabrieken om haar heen, allemaal die metalen buizen, trappen en kabels stoorde natuurlijk het signaal. Ze zou wel verder fietsen het terrein af en dan belde ze wel even haar ouders op om te vertellen dat ze wat later kwam eten.

Sofie was bijna van het industrieterrein af toen er plotseling bij de kruising van de linker zijweg een vrachtwagen razend snel voorbij reed met de achterzijde in brand. Sofie kon nog net op tijd stoppen. De vrachtwagen reed nog een paar tientallen meters verder voordat deze begon te zwalken, de aanhanger omver kieperde en de vrachtwagen met een harde knal tot stilstand kwam tegen een industrieel pand. Het duurde even voordat Sofie van de schrik was bijgekomen en pas toen viel het haar op dat ze niemand zag toesnellen. “Vreemd” dacht Sofie. Normaal gesproken zouden er nu overal toeschouwers komen. Ze wilde het alarmnummer bellen maar haar telefoon had nog steeds geen bereik. Voorzichtig liep ze naar de vrachtwagen toe, ze kon echter niet controleren of er nog iemand in de vrachtwagen zat. Sofie dacht na over wat ze moest gaan doen. Misschien dat in het industriecomplex nog een telefoon was die ze kon gebruiken. Ze keek rondom zich heen, maar er was niemand te zien. Toen zag ze dat de klap van de vrachtwagen een deur had ontwricht in het complex, met wat moeite wist ze de deur open te forceren. In het bedrijf was het stil, er stonden wat grote machines die leken te zijn gemaakt om conservenblikjes te vullen en dicht te maken. Iets verder door lag een oud kantoortje in de hal. Voorzichtig liep Sofie door naar het kantoor. Ze veegde wat stof weg op een raam en zag een telefoon in het kantoor staan. “Nu maar hopen dat die het doet.” Dacht Sofie. Ze liep naar de deur van het kantoor, de deur zat niet op slot maar zat vast in de deuropening. Sofie zette haar schouder tegen de deur en gaf een fikse duw tegen de deur. De deur gaf niet bij, dus Sofie probeerde het nog een keer. De deur schoot plotseling los en Sofie viel op de stoffige betonnen vloer. Even dacht ze dat ze iets zag verdwijnen vanuit een ooghoek.

Sofie stond op en klopte het stof van haar kleren af. Ze zette een klein bureaulampje aan en pakte de telefoon. “Gelukkig, een kiestoon.” Dacht Sofie bij zichzelf. Het was nog een oude telefoon met een draaiwiel voor de nummers. Snel draaide ze het alarmnummer, de telefoon ging over.

´Tuut…..tuut…tuut…- Hallo met de alarmdienst, hoe kan ik u helpen?”

Sofie wilde net gaan spreken toen plotseling de verbinding werd afgekapt en de bureaulamp uit viel. Nadat de eerste verbazing was weggetrokken bij Sofie hoorde ze een knetterend geluid door de deuropening komen. Aan het einde van een lange donkere gang, net om de hoek zag ze gele en blauwe lichtflitsen. “Geweldig, vast een stoppenkast gesprongen in dit oude complex” Dacht Sofie bij zichzelf. Even dacht ze na, misschien viel de stoppenkast nog wel te repareren, na een ander complex toe lopen kostte haar zeker tien minuten en dan moest ze nog een werkende telefoon zoeken.

Snel liep Sofie door de donkere gang. Ze ging om het hoekje en zag daar de stoppenkast. Hoewel Sofie niets van elektrische apparaten af wist, was wel duidelijk dat deze stoppenkast niet meer te repareren viel. Ze zou terug moeten naar een ander pand om een werkende telefoon te vinden. Ze was net halverwege de duistere gang toen er een enorme explosie was. De vrachtwagen explodeerde, het hele gebouw trilde van de schokgolf en de ruimte voor haar vulde zich met vuur. Sofie werd door de schokgolf naar achteren gegooid. Even lag ze versuft op de grond en toen ze haar ogen open deed zag ze alles wazig. Ze meende even een figuur e zien, maar toen ze met de ogen knipperde en scherper begon te zien was het figuur verdwenen. Voorzichtig stond ze op, de weg naar buiten was geblokkeerd. Rondom haar heen waren geen directe ramen of deuren te zien die naar buiten leidde. Ze keek rondom haar heen. De stoppenkast was gestopt met vonken, maar er was nog steeds een beetje licht. Bij beter rondkijken zaten er hoog tegen de muur achter haar een paar hele kleine stoffige raampjes met ijzerwerk ervoor. Geen uitgang dus, maar genoeg licht voor wat te kunnen zien.

Sofie keek rondom haar heen en zag twee gangen die ze kon nemen. Een leidde rechtdoor voor een meter of 40 en zo te zien lagen er wat oude magazijnen langs. Aan het einde van de gang was een deur die waarschijnlijk naar buiten leidde. De tweede gang leidde langs wat vroeger een kantine leek te zijn geweest, wat kleine kantoortjes en een bergingkast. Aan het einde van deze tweede gang was een deuropening die naar een trappenhal liep. Sofie besloot om langs door de gang langs de magazijnen te lopen.

Het hele complex was gemaakt van beton en het meeste van de opvulling was waarschijnlijk weg gehaald toen het bedrijf weg trok of failliet ging. Sofie zag nog wel wat grote lege kisten staan met het woord ‘Mantagen’ erop wat waarschijnlijk de naam van het bedrijf was. Toen Sofie bij het einde van de gang was probeerde ze de deur te openen, maar de deur bleek op slot te zijn en was te stevig voor haar om open te breken. Tegen de muur zat nog een stoffig evacuatieplan met een kaart. Op de kaart stond een nooddeur in het aangrenzende magazijn. Sofie liep het magazijn in op zoek naar de deur. Wat grote met hout dicht getimmerde ramen in het magazijn lieten wat licht door. Sofie had de nooduitgang gevonden, maar er lag een hoop van kapotte kisten en metalen stellages voor waardoor de nooduitgang niet meer kan worden gebruikt. Nu onder de enige uitgangen onder bleken te zijn geblokkeerd besloot Sofie om naar de bovenverdieping te gaan. Via de andere gang liep ze langs de lege kantine naar en kantoortjes. Net voor de trappenhal was een kleine bergingruimte waar nog van alles lag. Sofie keek erin, schoonmaakspullen, stoflappen, een wap en een zaklamp. Sofie pakte de zaklamp, veegde het stof eraf en probeerde de zaklamp aan te zetten. De zaklamp weigerde eerst, slechts een paar flikkeringen. Sofie sloeg een paar keer met de zaklamp en plotseling ging de zaklamp aan.

Voorzichtig liep Sofie met de zaklamp het trappenhuis in. Door het stofwebben heen liep Sofie de trap omhoog naar de eerste verdieping. De deur lag uit zijn scharnieren en ze duwde de deur open. Op deze bovenruimte lagen voornamelijk kleine ruimte bedoelt voor kantoortje, alle ramen waren dicht gespijkerd. Toen zag ze een vreemde gloed uit een kantoortje komen aan het einde van de gang waar de gang over liep in een open ruimte. Toen ze bij het kantoor in de buurt kwam verdween het licht plotseling. Sofie liep voorzichtig het kantoor binnen en zag niets bijzonders, een oud leeg bureau. Toen ze wat beter keek zag ze wat uit een bureaulade steken. Ze maakte de lade open en zag er een document in liggen, het was een stoffige gele map waarvan gele kaft al verbleekt was. Op de gele map stond groot ‘Vertrouwelijk’, toen Sofie hem open klapte stond er bovenaan op het eerste papier ‘Project Nova’. Ze wilde verder lezen, maar ze hoorde buiten het kantoortje plotseling het geluid van metaal op beton. Ze nam de map mee en keek om de hoek, de open ruimte in en zag een metalen emmer over de grond rollen. Waarschijnlijk een muis dacht ze. Ze keek de open ruimte eens rond, maar zag niets special. Wel zag Sofie een nooddeur, ze liep er naartoe en duwde de deur open. Op het moment dat Sofie de deur dicht gooide hoor de gegiechel, ze draaide zich om, maar de deur was alweer gesloten.

Sofie ging via de lange maten noodtrap naar beneden, en merkte plotseling dat ze nog steeds de map met vertrouwelijke informatie bij zich had. Sofie was natuurlijk wel nieuwsgierig en liep naar haar fiets toe. Sofie pakte haar fiets en wilde wegfietsen maar bleef verbouwereerd staan. De vrachtwagen die ingereden was op het gebouw was compleet verdwenen!

Er was zelfs nog geen spoortje schade te zien aan het gebouw zelf en nergens een tekenen dat er ooit een vrachtwagen was geweest. Sofie wist niet wat er allemaal aan de hand was, maar het document bewees dat ze niet gek was. Ze had het gevoel dat ze op de vooravond was van een hoop bijzondere gebeurtenissen.

maandag 12 november 2007

Een vat olie voor bij de maïs

De olie stijgt naar recordhoogte, ongetwijfeld zullen veel mensen dit reeds hebben opgemerkt. De verwachting is dat binnenkort de magische grens van $100 word bereikt. De hoge inflatie van de dollar maakt het voor de olieboeren over de hele wereld onaantrekkelijk om in de olie te handelen en dat terwijl de bestaande olie steeds moeilijker te bereiken is. Tegelijkertijd kunnen de olieboeren niet overschakelen op de veel sterkere euro. Als dat word gedaan sterft de VS een snelle economische dood en neemt het de rest van de wereld mee in zijn kielzog. Dus daar zitten de olieboeren dan, met hun snel in waarde zakkende dollar, hun snel in waarde stijgende olie. De wereld moet het kopen maar de olieboer word nauwelijks rijker dan ze er al van zijn. Wellicht springt u nu van uw stoel af, biobrandstof, dat is de optie!

Wel, eigenlijk niet. Biobrandstof neemt 80-90% van de ‘schone’ brandstof op in de wereld en vorm 75% van de schone brandstof in Nederland. Het is de ‘groene’ energie waar ze de laatste tijd zoveel reclame voor maken. Maar nu komt het leuke van alles, biobrandstof is helemaal niet zo milieuvriendelijk. De verwerking van biologische grondstoffen zoals suikerriet en maïs worden voornamelijk gedaan in samenwerking met pesticide en vuile brandstoffen zoals olie en steenkool. Het resultaat is dat biobrandstoffen zogenaamd CO2-neutraal zijn. Dit is beter dan de vuile brandstoffen, het houd in dat er net zoveel CO2 word verkomen als gecreëerd tijdens het proces. Dus waarom is het dan niet goed voor ons?

Nou, veel van deze planten zijn ook hoofdverzorgers van onze voedselvoorraad. De mensheid groeit als kool en dit zal niet stoppen. Maar dankzij biobrandstof slinkt de voedselvoorraad. We betalen onze brandstof voor auto’s, mixers en sfeerverlichting met waardevolle brandstof bedoelt voor mensen. We kennen allemaal die foto’s van uitgemergelde kinderen uit Afrika, vaak veroorzaakt door wanbeleid en corruptie in diens landen. Persoonlijk walg ik van dergelijke exploiterende foto’s en als we biobrandstof op de huidige manier blijven toepassen dan zullen we alleen maar meer van dergelijke foto’s krijgen.

Maar er gebeurt tenminste iets Decennia lang reden we op vervuilende brandstof en of dit nu wel of niet voor een mogelijk broeikaseffect zorgen is eigenlijk van ondergeschikt belang. Dat het milieubelastend is eigenlijk al genoeg redenen om te innoveren, sterker nog innoveren is al genoeg redenen om te innoveren als je het mij vraagt. Er zijn zat uitwegen, zonne-energie en windenergie zijn leuke brandstoffen maar zullen slechts een fractie kunnen voorzien naar onze honger voor energie. Kernfusie is leuk, maar vooralsnog toekomstmuziek, zelfs met de nieuw te bouwen kernfusiecentrale in Frankrijk. Waterstof is in opkomst maar ook nog geen echte oplossing. Biobrandstof is mooi, maar tenzij we en manier vinden, via bijvoorbeeld genetische manipulatie, is dit geen echte optie. We kunnen geen mensenlevens inruilen voor luxelevens. We hebben dus nog geen echte oplossing en tot die tijd moeten we dus gewoon een vat olie bij de maïs nemen.

zondag 11 november 2007

Carnaval 2007-2008

Het is weer begonnen.

Vannacht tijdens het uitgaan en dansen sloeg de klok de magische 00:00:01 en was het officieel de 11e van de 11e. Dat betekend dat hier in Limboland weer het Carnaval is begonnen en ik heb er zin in!

Ik moet alleen nog vrij krijgen en zien hoe ik het ga vieren. :P

Dus, zonder al te veel gezever:

ALAAF!!
ALAAF!!
ALAAF!!

dinsdag 2 oktober 2007

Verhaal: Nachtelijke overdenkingen

Het is in het holst van de nacht, iedereen slaapt en in de huizen is het licht uit. Alleen achter een enkel raam brand een kaars. De stilte word doorbroken door het geluid van een schrijvende vulpen. In de duisternis van de nacht overweegt, schrijft en streept een oude man zijn woorden. De inkt wordt niet verspild, geen woord wordt nodeloos geschreven of doorgestreept, geen vel papier word zonder reden gevuld.

Peinzend overweegt de man wat hij verder nog zal schrijven. Hij staart voor zich uit en ziet de sneeuw buiten dwarrelen. De sneeuw valt geruisloos, slechts verlicht door de straatlampen. Er rijden geen auto's, er lopen geen mensen. De wereld slaapt en zou er geen sneeuw vallen zou zij stil lijken te staan.

De man denkt terug aan zijn jeugd, alle goede en slechte momenten. Al dat wat hij graag deed en de zaken waarvan hij spijt heeft ze niet te hebben gedaan. Hij denkt aan de eerste ontmoeting van zijn vrouw, de aankoop van hun eerste huis en de geboorte van hun kinderen. Hij denkt aan hoe zijn kinderen opgroeide en hoe hij stopte met werken. Even is hij bang voor de toekomst en twijfelt hij of hij nog wel dromen durft op te schrijven. Maar dan breekt de nacht, de wereld wordt wakker, de eerste stralen zon laten hun rode gloed zien over de daken. De man legt zijn pen neer, staat op en rekt zich uit. Deze nacht heeft hij niet veel over de toekomst geschreven, maar vandaag wordt er geleefd. Er is altijd een volgende nacht om over de toekomst te schrijven bij het nachtlicht.

Dit verhaal vind zijn inspratie in een lan-party hoe afgezaagd dit ook klinkt. Het was in het holst van de nacht en alles was bedekt onder sneeuw, geen auto te horen. Een herinnering die me tot de dag van vandaag nogsteeds levendig bij blijft.

Gedicht: De ontdekking van de echte waarheid

Een man rent wanhopig over een winkelstraat,
hij kijkt vluchtig om zich heen.
Hij weet zich met zijn kennis geen raad,
en ondanks alle mensen waand hij zich alleen.

Wat hij nu heeft geleerd moet iedereen weten!
Hij heeft ondekt wat de echte waarheid is.

Maar hij kan zijn ontdekking niet zeggen,
want het valt niet uit te leggen.
Het kan niet worden geschreven,
want dat kan geen goed beeld geven.

Hij heeft de ultieme waarheid ontdekt!
Maar het zit opgesloten in zijn geest.

Nu wanhoopt de man voor het leven,
want niemand kan zijn waarheid beleven.
Zijn ontdekking kan hem niet heugen,
want voor hem is al het andere nu een leugen.

Dit gedicht omvat een filosofisch probleem waar ik tijdens het overdenken op stuitte. Volgens wat (amateur) filosofen was het iig een interessante gedachte die erg aangreep. Probeer er maar uit te halen wat de filosofische gedachte erachter is.

Verhaal: Martin Verbeek - Afzender onbekend (Hoofdstuk 1)

Hoofdstuk 1: De Brief

12 Juni 2001, de dag die mijn leven veranderde. Ik herinner het mij nog als was het gisteren. Ik werd wakker, nog half slapend greep ik instinctief naar de afstandsbediening en zette kanaal 2 op de TV.
“Vannacht heeft de politie een inval gedaan bij het postorderbedrijf ‘Melkin en zoon’. Tijdens de inval werd directeur A. Melkin gearresteerd. Tevens werd een grote hoeveelheid cocaine in beslag genomen in een van de warenhuizen.” Zo galmde het door de boxen van mijn televisie. Dat was 6 jaar geleden. Plotseling zat ik zonder baan en zonder inkomen. Een jaar lang solliciteerde ik tevergeefs, nauwelijks een opleiding om van te spreken, te oud voor de doorsnee banen. Ergens tijdens het einde van het eerste jaar van werkloosheid verliet mijn vriendin me voor een ander. Ik kon verkassen naar een klein appartement ergens in een vervallen flat van de jaren zeventig. Mijn vrije tijd vulde ik op met steeds minder sollicitaties, drank, roken en kroegen bezoeken.

Nog in een roes van de kroeg wandel ik enigszins gedesoriënteerd naar de deur van mijn appartement. Nat van de regen duw ik met enige moeite de sleutel in het slot en weet ik de grauwe deur van mijn appartement open te krijgen. Moeizaam loop ik door het kleine halletje van mijn appartement en hang ik mijn grijze overjas aan een haakje aan de muur. Ik loop naar de koelkast en pak een biertje. De post van vanmorgen ligt nog ongeopend op de kamertafel. Ik pak de brieven en ga ze voorzichtig door. “rekening, rekening, aanmaning, u heeft 1 miljoen gewonnen!”. Weer geen echt belangrijk nieuws. Ik besluit de brieven maar op mijn bureau te gooien. Met een te harde worp vliegen de brieven over mijn oude bureau. Aangezien ik toch al genoeg moeite heb met mijn magere uitkering besluit ik de brieven maar meteen te pakken van achter mijn bureau. Het laatste wat ik kan gebruiken zijn nog meer aanmaningen. Ik schuif het bureau naar achteren toe en strek mijn arm uit naar de brieven die zich bevinden in de stofnesten van ettelijke jaren. Tot mijn verbazing liggen er niet vier, maar vijf brieven. Gefocust op de vijfde brief leg ik de overige vier brieven op mijn bureau. Ik plof neer op de bank en bekijk de envelop eens aandachtig. Het wit van de envelop is door de jaren heen beige geworden, het papier ruwer. Op de envelop staat geen afzender en een bijna onleesbaar adres.
In mijn verre geheugen begint mij te dagen dat ik op de laatste dag, toen het bedrijf gesloten werd mijn spullen mee had genomen. Op mijn afdeling maakten we er altijd een hobby van om niet verstuurde brieven alsnog proberen te verzenden of terug te brengen naar de verzenders. Deze envelop behoorde daar ook bij en zat waarschijnlijk in mijn oude werktas destijds.
Voorzichtig open ik de envelop en haal ik de brief eruit. Het is een simpele witte brief beschreven met zwarte inkt in een mooi handschrift. Zonder echte aanleiding besluit ik de brief te lezen;

Beste Annemarie,

Hoe gaat het met je?
Met ons gaat het goed. We hebben een geweldige tijd hier aan de zee. Kleine John heeft net leren lopen en staat constant met open mond te kijken naar de zee.
Het weer is schitterend, alleen maar zon en een licht zeebriesje. Over zes dagen komen we weer naar huis. Mark en ik nemen de kinderen nog mee naar Middelburg.

Als we terug komen van de vakantie zullen we je alle foto’s laten zien. Dat zal vast je vast en zeker helpen op te beuren na al die ellende.

Met vriendelijke Groet,

Marieke en Mark Koninkx en de kinderen.

“Leuke brief”. Ik loop naar het raam van mijn appartement op de zevende verdieping. Het is zeven uur ’s avonds en de lucht was gevuld met donkere wolken, het regende zacht. Ik besluit de brief op tafel te leggen en even naar de locale snackbar te lopen.

Met mijn nog steeds natte overjas loop ik door de straat naar de snackbar. Het is minder hard gaan regenen, de straten zijn wat rustiger geworden. Het gele bord van de snackbar steekt in schril contrast af met de duistere sfeer die deze herfstavond met zich mee droeg. Zoals te verwachten viel is het niet druk in de snackbar. “Jopie, doe mij een bakkie friet met mayo en een frikadel! Doe er ook maar een biertje bij!”
Rustig zet ik me neer aan een wandtafel. “Zes jaar geleden alweer.” denk ik. De tijd is snel gegaan. Ik werkte iedere dag als koerier bij Melkin en zoon. Het leven was goed. Mijn vriendin Marloes en ik hadden net een nieuw huis gekocht en we waren van plan te gaan trouwen. Op het werk kon ik het altijd goed vinden met mijn collega’s. Nu was iedereen zijn eigen weg gegaan en de meeste collega’s wilden mij niet meer kennen. “Die schooier” denk ik over mijzelf. Na al die jaren laat het me allemaal nog niet los, de brief die ik had gevonden bewees dat wel.

- “Martin! Martin jongen, je bent nogal afwezig vandaag. Zit je wat dwars soms?”
De ruwe stem van Jopie rukte me uit mijn sombere gedachtegang. Ik kende Jopie al een lange tijd en ik herinnerde me hem altijd als een ietwat gezette frietboer. Altijd direct maar met het beste voor, maar zijn friet zou soms wat beter kunnen.

“Ach Jopie, je kent me toch.”
- “Weer aan het denken aan dat oude leventje van je? Dat krijg je echt niet terug op die manier, Martin.”
Ik slaak een lichte zucht;
“Je zult wel gelijk hebben Jopie. Ik vond vandaag een oude brief van mijn werk bij Melkin. Eentje zonder duidelijke afzender en een onleesbare bestemming.”
- “Weet je wat jij zou moeten doen, je zou er eens op uit moeten, Martin! Die brief is perfect daarvoor!”
“Hoe bedoel je Jopie?”
- “Geef nou toe Martin, het is niet alsof je wat te doen hebt. Je zit al jaren in hetzelfde ritme. Het wordt tijd dat jij er eens opuit gaat! Die brief kan je daarbij helpen. De mensen waar de brief voor bestemd is willen hem vast ontvangen.”

Even verwerp ik het idee. Op zoek gaan naar wildvreemden voor zomaar een brief. Maar Jopie heeft wel gelijk, ik volgde al jaren lang hetzelfde ritme volgen. Door de stad slenteren, de kroeg in, sollicitatiebrieven schrijven, nog een keer de kroeg in, avondeten bij de chinees of snackbar, een filmpje kijken en dan weer hetzelfde doen de dag erop.

“Je hebt gelijk Jopie!” Ik geef hem tien euro, sta op en loop de deur uit.
“Laat het wisselgeld maar zitten!” Schreeuw ik Jopie na.

Het is gestopt met regenen en de regenwolken zijn aan het breken. De donkerblauwe nazomer avondlucht valt te zien achter de wolken. Ik loop terug naar mijn flat en besluit de trap te nemen in plaats van de lift. Eenmaal boven gekomen ben ik echter moe en mijn knieën voelen zeer aan, misschien ben ik toch wat te enthousiast. Moeizaam plof ik met de brief in mijn handen op de bank. Ik haat de stilte in mijn kamer dus zet ik de televisie aan op een willekeurige zender.
Ik kijk naar de brief; “Niet veel om mee te werken” Maar er waren wel twee volledige namen; Marieke en Mark Koninkx. Dat moet genoeg zijn om mee te werken. Maar voor vanavond was het wel welletjes geweest. Ik besluit de rest van de avond te kijken naar de zoveelste herhaling van Die Hard 2.

Wederom een verhaal van de dag en deze keer een stuk langer verhaal. Het is het eerste hoofdstuk van een mysterie. Het bevat nog wat kleine schoonheidsfoutjes in het plot maar is naar mijn mening aardig gelukt. Hoofdstuk 2 zit al een tijdje in de oven omdat ik het hoofdstuk niet doodsaai wil maken voor de lezer.

Verhaal: Magie - Aarde

Het is al wat later in de ochtend als een al wat oudere en gezette man bij het uiteinde van een rotsachtige vallei komt. Hij loopt langzaam naar de wand toe op zijn oude sandalen en in zijn versleten kleding. Zijn groene broek en vest steken af bij zijn huid die zo bruin is als de aarde zelf. Rondom hem is het uiteinde van de vallei als een tientallen meters hoge stenen muur die minstens een paar honderd meter dik is.
Voorzichtig strijkt de man met zijn dikke vingers over de rotswand op zoek naar een zwak punt. Zachtjes en onverstaanbaar mompelt hij tegen zichzelf. Dan gaat hij snel terug met zijn vingers over een bepaalde plek op de rotswand en wrijft er voorzichtig een paar keer overheen. Instemmend knikt hij en legt zijn beide handen vlak op de plek. Hij verheft zijn stem en buldert de woorden “Silex Quasso”.

Terwijl de woorden nog echoën tussen de rotsen begint de grond hevig te beven. Het oorverdovende geknars van rotsen vervult de omgeving en de rotswand begint langzaam te splijten. Eerst een paar kleine scheuren op de plek waarde man zijn handen had gelegd, en dan steeds meer. Ze verspreiden zijn naar de boven en onderkant van de rotswand en drijven uiteindelijk de hele rotswand uit elkaar. Na een paar minuten houd het oorverdovende geluid op en als het stof en de rook zijn opgetrokken is er een passage zichtbaar geworden tussen de hoge rotswanden. Aan het einde van deze nieuwe weg schijnt fel het zonlicht. De man kijkt tevreden, maar net als hij wilt beginnen te lopen hoort hij in de verte het geluid van rotsen die tegen elkaar wrijven. Een enorm silhouet blokkeert opeens het zonlicht. Dan begint de silhouet te lopen, iedere stap gaat gepaard met een enorme dreun en het losraken van zand en steentjes in de rotswanden. Stap na stap komt het gestalte dichterbij en als hij dichtbij genoeg is kan de man herkennen wat het is, een rotsgolem.
Het stenen monster is kolossaal en in zijn grijze rotsen staan eeuwen oude runen gegraveerd die rood opgloeien. De golem pakt een zwaar rotsblok op en tilt hem met twee handen boven zijn hoofd. Met schijnbaar het grootste gemak gooit hij het rotsblok naar de man toe die nog net met al zijn kracht het pad kan van de steen kan veranderen. Uit evenwicht gebracht valt de man op de grond, maar tijd om te rusten heeft hij niet. Opnieuw pakt de golem een rotsblok op, maar net als hij het boven zijn hoofd heeft legt de man zijn handen vlak op de grond en mompelt wat woorden. Alles begint te beven, de golem raakt uit evenwicht en het rotsblok valt bovenop hem. Dan storten de rotswanden in en bedelven de golem onder tientallen meters gesteente.

Het wordt stil in de vallei en als het stof is opgetrokken slaakt de man een diepe zucht en schud zijn hoofd langzaam heen en weer. Achteraf had hij beter een andere route kunnen nemen, want het pad voor hem is weer geblokkeerd geraakt met tientallen meters rotsen.

Vervolg op Lucht, maar helaas mist het aan impact imo.

Verhaal: Magie - Lucht

Hoog op een ruwe berg welke in eeuwige sneeuw is gehuld staat een oude man. Zijn gezicht voorzien van grauwe haren en een lange warrige baard. Zijn rimpelige huid hard en stijf van de kou, zijn linnen mantel in gevecht met de straffe wind.

Een plotselinge windvlaag tart de oude man en even lijkt hij te moeten wijken voor de wind. Maar dan slaat hij hard met de voet van zijn kronkelende houten staf. Standvastig mompelt hij "Niet vandaag god van de wind!".De man houdt zijn staf omhoog, zijn grauw blauwe ogen fonkelen en hij roept uit "Ventus quasso". De wind begint fel te tollen en rukt alles rondom zich heen. De man die zich ontpopt als een magiër van de lucht weet zich met moeite overeind te houden. De bomen in de vallei diep onder hem beginnen wild te zwiepen door de kracht van de wind, zelfs de grauwe wolken tollen wild door elkaar. Lawines van sneeuw en rotsen worden los gewrikt door de chaotische storm en donderen hard naar beneden vergezeld door het geluid van bomen die breken als twijgjes.

De magiër herstelt zich en kalmeert de wind. Even verzinkt hij in herinneringen aan zijn eerste dagen als jonge leerling onder les van een andere oude magiër. Hij herinnert zich de wijze woorden van zijn meester nog goed;"Probeer niet de wind te dwingen in zijn weg. Probeer de wind te begrijpen en te verleiden jouw pad te kiezen."
De oude magiër begint te glimlachen en uiteindelijk buldert zijn lach over de gehele vallei. Versteld en geamuseerd van zijn beginnersfout mompelt hij tegen zichzelf dat hij wel oud moet zijn als hij zoiets vergeet.

Dan concentreert hij zich nogmaals op de wind. Hij voelt de wind en zijn gaan. Hij voelt hoe de wind tegen de bergen en tegen de bomen botst. Hoe de wind als het ware door de valleien wordt geperst en omhoog wordt gedrukt. De wind heeft geen keus. De wind wil vrij zijn maar wordt gedwongen een vast pad te kiezen. Dan richt de magiër zich naar de grote hoogte ver boven de bergtoppen. Met grote kracht waait daar de wind, zachtjes en voorzichtig leid hij de wind van de vallei naar de grote hoogte. Hoger en hoger, door de wolken heen die mee worden gevoerd in de stroming. Helemaal tot bij de hoogste luchtstromen.
De wolken zijn verdwenen en de zon schijnt in zijn volle glorie op de besneeuwde bergtoppen. De oude man haalt even adem en gaat met zijn stok rustig op een nabije rots zitten. Hij kijkt om zich heen naar de bergtoppen die fonkelen door de sneeuw, slaakt een diepe zucht en zegt;"Zo, en nu moet ik nog de berg afdalen."

Dit verhaal was verhaal van de dag op de site en werd aardig positief ontvangen. De laatste zin is overigens een beetje opzettelijk afbraak aan het verhaal. Ik ben goed in fantasy schrijven, maar eigenlijk spreekt het me niet aan omdat ik altijd het gevoel heb geschreven zaken te herschrijven in eigen woorden.

Verhaal: Handel in moord (Intro)

Het is 1641, het licht van de volle maan geeft een blauwe gloed aan het Edo kasteel van Kyoto. In de schaduw van een grote vestigingsmuur van het kasteel sluipt een duister figuur rond. Voorzichtig kijkt hij rondom zich heen en luistert of er niemand in de buurt is. Hij pakt een stuk touw met een kleine enterhaak eraan uit een zwarte zak. Even kijkt hij omhoog naar het raam boven hem, dan kijkt hij nog snel een laatste keer rondom zich heen en begint het touw met de enterhaak rond te draaien. Een moment later zit de haak stevig vast aan de rand van het raam en klimt het figuur omhoog.
Eenmaal boven aangekomen trekt hij snel de enterhaak met touw op en stopt hem terug in zijn zak. Het figuur kijkt om zich heen en slaakt dan een lichte zucht van opluchting. Dan trekt het figuur zijn masker af.. Een smal gezicht voorzien van duistere ogen en zwarte haren wordt zichtbaar. De man loopt naar een schuifdeur, hij maakt de deur open een reeks kleren worden zichtbaar. Helemaal achterdoor in de kast ligt een uniform van de bewakers. De man pakt het uniform en kleed zich snel om. Zijn eigen kleren stopt hij in de zwarte zak en stopt deze weg in de kast. Dan maakt hij de kamerdeur open en kijkt voorzichtig naar links en naar rechts; Niemand te zien. Hij herinnert zich de aanwijzingen die hij heeft gekregen; De gang door, rechtsaf, twee trappen op en dan rechtdoor blijven lopen en de op een na laatste deur nemen.

Rustig loop de man door de gang, als hij bij de trappen aan komt wacht zijn eerste beproeving, een bewaker. Rustig en met een simpele begroeting loopt gaat hij de trap op, geen problemen. Eenmaal aangekomen op de juiste verdieping loopt hij de gang door. Als hij bij de op een na laatste deur staat kijkt hij om zich heen. Even wacht hij tot een bediende de hoek om gaat en uit beeld verdwijnt, vervolgens luistert hij voorzichtig aan de deur. Geen geluid te horen. Hij maakt de deur voorzichtig open en sluipt de kamer in. In het midden van de kamer ligt een westers uitziende man te slapen op een futon, een traditioneel Japans bed. De indringer loopt er op af en pakt een Wakazashi. In een handomdraai legt hij zijn linker hand op de mond van de man en snijd zijn keel door. De ogen van de man staan even van paniek vol open en het lichaam spartelt wat, maar uiteindelijk stoppen alle tekens van leven. De indringer maakt zijn Wakazashi schoon en luistert voordat hij de deur open nog even of er iemand in de gang is. Vervolgens begeeft hij zich rustig terug naar de kamer waar hij het Edo Kasteel was binnen gekomen. Eenmaal terug in zijn oude uniform begeeft hij zich naar hetzelfde raam, kijkt voorzichtig rond en daalt af aan een touw. Vervolgens sluipt hij van het terrein af. Zijn werk zit erop en zijn opdrachtgevers zullen tevreden zijn.

Zoals wel vaker bij mij gebeurt heb ik een intro geschreven voor een verhaal en dit vervolgens erbij gelaten. In dit geval zat research me dwars en door mijn drukke leven als loonslaaf ( ;) ) was het niet practisch om verder onderzoek te doen hiernaar.

Verhaal: Nachtlicht

De wereld beweegt zich om me heen, maar zij raakt mij niet. Verzonken in mijzelf reflecteer ik wat ik ben. Een virtuoze leegte in harmonie met zijn versnipperde ziel. Doelloos streef ik in het leven naar niets, verlang niets buiten het einde ervan maar leef toch. Ik besta immers.
Vestig mij in regelmatig terugkerende zaken zonder geluk of zaligheid, maar ben toch ook niet ongelukkig en toch...
Ik vind mijn geluk in mijn troosteloze vlakte, laat mij verdrietig, dat wil ik zijn. Want diep in mij ben ik gelukkig in mijn verdriet. Verknipt gezegend vechtend altijd tegen mijzelf. Dat is niet erg, dat wil ik juist. Ik vecht tegen mijzelf, maar leef toch ook met mijzelf, accepteer mijzelf en omhels mijzelf. Ik heb geen vrienden, maar ook geen vijanden, mensen zijn slechts in mijn leven vaak bij mij, ik praat met hen, lach met hen en huil met hen. Leg mijn ziel bloot op tafel als ze erom vragen, maar verberg mijn ziel toch ook weer. In duisternis gehuld voor mensen wie ik al jaren ken, maar toch ook bekend. Stil, maar luidruchtig. Gevat, maar toch nooit zinnig.
Worstelend met mijn ethische gelijk en mijn arrogante ongelijk loop ik over de stoeprand van het leven, noch op de stoep, noch op de weg. Langzaam, maar met haast ga ik naar mijn doel. Dat niets waarvan iedereen zegt te weten wat het is. Het maakt me niets uit, ik weet niet wat het is, goed of slecht, absoluut bestaan, of absoluut einde. Voor mij is het mijn reisdoel. De reis, belangrijker vaak als het doel, is voor mij niet belangrijk. Als een sleurende eindeloosheid waarin mijn doel steeds verder weg lijkt te gaan trek ik mijn levendig karkas voort. Altijd gekweld door de duur, de sleur van het leven die ik zo niet wens te veranderen, en de veranderingen die zich op mij dringen. De eisen die anderen stellen aan hun zelf en aan anderen, zij boeien mij niet, ik stel geen eisen buiten mijn rust. Rust boven alles is voor mij belangrijk, want ik ben altijd bezig met denken en fabriceer gedachten, wonderschoon en nutteloos. Voortgaand, maar zonder de aanleiding. Als een machine die draait omdat hij nu eenmaal draaien moet. Zijn tandwielen knarsend en pijnigend voor een taak die zijn zin heeft verloren. Vastgeroest in zijn eeuwige vaste ritme en het maken van zaken welke hun nut hebben verloren reeds voor zij werden gemaakt. Naarmate de tijd voort gaat breekt de machine heel langzaam af, tandwieltjes verliezen tandjes en zand komt in het mechanisme, maar de machine moet draaien omdat zij niet beter weet. Wellicht maakt zij geen producten meer, zij weet het niet, interesseert zich daar ook niet voor. Zo sleur ik mij door het leven, levenloos en zonder doel, maar toch gelukkig en doelgericht bezig. De zon, de regen en de wind, zij alleen kijken op mij neer en dagen mij uit. Ik trotseer hen, maar doe er toch ook geen moeite voor. De wind zal toch wel waaien, de zon zal toch wel schijnen en de regen zal toch wel vallen, zo ook zal ik toch wel naar mijn doel blijven lopen.
Het leven is niet goed en niet slecht. Maar ik ervaar haar het liefst als slecht, dan voel ik me goed. Als een zwarte roos die in een maanloze nacht haar knop opent en een fel lichtend hart laat schijnen voor de eenzaamheid van de duisternis. Als baken voor het bestaan van de enkeling, als nachtlicht voor iedereen.

Stukje geschreven door mij als opening van mijn account bij de verhalensite. Oud materiaal overigens.

Column: Rijst met ketchup en frikandel

Beste bloggers,

het is weer voorbij die mooie zomer. Nouja, mooie? Afwisselend regen met bewolking, een hoop politiek geneuzel zonder enige impact en werk. Mijn zomer was matig, niet slecht maar ook niet goed ik had hem graag beter gezien maar er valt niet over te klagen. Mijn najaar lijkt beter te worden dan mijn zomer, maar dat is andere koek.


Het is dus weer tijd om te schrijven voor mij. Wellicht hier ook op deze blogspot, en zeker op mijn oude MSN site (pdude20athotmailpuntcom, tevens mijn MSN) staat dat ik bij de verhalensite verhalen schrijf, en dat klopt ook. Ik heb besloten wat van de verhalen hier te dumpen om alles op 1 plaats te krijgen.

Dus bij deze,

Auredium Riptide

donderdag 13 september 2007

Column: Grijze gebouwen

Ik loop graag tijdens het nadenken over zaken. Op de een of andere manier geeft het mij vrede om wat rond te lopen tijdens het nadenken. Het zal wel te maken hebben dat mijn lichaam iets te doen wilt hebben terwijl mijn hersenen bezig zijn met het overpeinzen van allerhande nutteloze zaken. Als ik loop doe ik dat graag door stedelijke gebieden en dan bij voorkeur door stadcentrums of wat verlaten en meer vervallen omgevingen. Persoonlijk vind ik roestige industriële complexen en verlaten flatgebouwen wat dat betreft wel een mooi iets om naar te kijken. Het herinnert mij het meeste aan de menselijke drang om te dromen.

De meest menselijke droom, die van een visie, een wens om iets te creëren valt voor mij altijd goed te zien in dergelijke zaken. Het doet me echter vooral tot rust komen om te kijken naar dergelijke vervallen plaatsen. Ooit was zo’n vervallen plaats een nieuw gebouw, ooit leefden er mensen, werkten en woonden ze er. Ooit was er een man of vrouw, een groep mensen wat met het idee kwam om juist op die plek een flat of industrieel complex neer te zetten. Het beginnen van een droom, een wens, ook al strandde die wens in een verlaten en vervallen karkas. Een betonnen geraamte met vuile en ingegooide ramen, graffiti op de muren en rotzooi in de kantoren, wooncomplexen of loodsen.

Een dergelijk verlaten complex kan er jaren staan, onaangeroerd door mensen, een relikwie van het verleden en wellicht dieper weerspiegeld symboliseert het de mens zijn eigen vergankelijkheid. Als het lang genoeg staat voor honderden jaren zal men zijn waarde herontdekken en zeggen: ‘Zo leefde men toen’ en wijzen naar het gebouw. Maar op dit moment is het slechts een waardeloos en vervallen ‘sta in de weg’ waarbij de eigenaar er vanaf wilt maar de sloop te duur is. Waarbij de gemeenteambtenaren er naar kijken en walgen van dit ‘Stedelijk karkas’ wat ligt te rotten in hun centrum.

Een mooi voorbeeld hiervan wellicht is het verlaten kantorencomplex bij het station van Venlo. Het station van Venlo, met wellicht wel 12 of 13 roestige sporen langs elkaar waarvan er nog maar een vijftal dagelijks word gebruikt word overzien door dit monstrueuze grijze karkas van een kantorencomplex. Er is in de onmiddellijke omgeving geen enkel hoger gebouw te omvatten. Als een gigantische achitecturische puist steekt het uit boven de achterstandwoonwijk waar het in ligt, uitkijkend over het station van Venlo waar eens dagelijks tientallen tot honderden goederentreinen over de vele sporen trokken waar nu met een beetje geluk tien a twintig goederentreinen zijn te zien en verder alleen de dagelijkse treinen naar Roermond, Eindhoven of Duitsland.

Het mooie aan deze stedelijke symfonie is dat deze symfonie ook heden ten dage plaats vind. Ook nu zijn er mensen met een droom of wens die dingen plannen. Soms komt er iets groots uit zoals de Eiffeltoren in Parijs, het Vrijheidsbeeld in New York of de bakker om de hoek wellicht. Soms word het een grijs karkas zoals het kantorencomplex in Venlo of een verlaten fabriek aan de rand van een industriecomplex, overgroeid met onkruid en opengebroken beton.

Ik denk dat alles zijn nut heeft ook vervallen complexen. Ik denk ook dat de wensen en dromen zich niet alleen in vervallen gebouwen kenbaar maken en dat de vergankelijkheid van de mens te zien is in dergelijke zaken maar dat het in alles te zien is. Het is juist die vergankelijkheid die zorgt dat we de werken van anderen en het geluk van het leven kunnen waarderen.

maandag 6 augustus 2007

Filosofie: “Aan de afgrond van de rede”

Filosofische onderzoeking door Auredium Riptide

We leven in een rumoerige tijd, maar hoe rumoerig is die tijd nou werkelijk en waardoor ontstaat dit?

Ik zou mezelf niet zijn als ik hier niet over na zou denken. Als je tijd hebt maak daar dan nuttig gebruik van zeg ik maar. Nuttig is voor mij het overdenken van zaken, vaak verspild aan zinloze creativiteit in denken dat nergens naar leid. Ik beschouw dit, en al het andere wat ik heb geschreven als zodoende dan ook als het gekrabbel van een in waanbeelden verzonken geest.

De tijd is en lijkt rumoerig. We leven in een tijd waarin een kwade blik, corrigerende opmerking of MP3-speler al tot je dood kan leiden. Waarin overheden niet meer echt vertrouwd worden en men twijfelt aan zijn eigen idealen en identiteit. We leven in een tijd waarin identiteit een zeer moeilijk iets is. Echt grote groepen van verenigde mensen bestaan er niet meer, maar hebben die eigenlijk wel bestaan?

Het is verleidelijk om te denken dat groepen zoals grote religies en politieke partijen getuigen van een sterke identiteit. Dit zijn immers groepen dit van oudsher altijd hun gedachtegoed hebben gepromoot. Waren de Christenen in de middeleeuwen niet verenigd in hun kruistochten, alle mensen in het Romeinse rijk niet Romeinen of alle Islamieten niet een grote macht in het licht van Allah?

In werkelijkheid is dit niet zo, wie goed kijkt ziet in dat die beeldvorming absoluut onjuist is. Maar het viel minder op, in de middeleeuwen had men geen satellietnetwerken en internet of de televisie. De geschiedenis wordt vereenvoudigd omdat de geschiedenis te complex en gedetailleerd is. Bekijkt men de geschiedenis onder een loep dan ziet men dat Napoleon niet de onvoorwaardelijke steun had, de kerk verdeelt was in verschillende fracties en ook de Islam onderlinge strijd kende. Die tijd was echt niet anders dan nu, veel groepen die vallen onder een gezamenlijke naam die weer vallen onder de naam mensheid.

Vroeger werden mensen ook nodeloos vermoord, voor schoenen, eten of geld. Net zoals mensen nu moorden voor MP3-spelers en vroeger werden mensen ook vermoord voor het bemoeien in andermans zaken.

De geschiedenis is een geromantiseerd beeld, vroeger was alles beter. Maar in werkelijkheid was vroeger zoals nu, en zal nu in de toekomst hetzelfde zijn als vroeger. De mensheid is niet veranderd en zal in ieder geval in zijn denken niet veranderen.

We zullen altijd klagen en er zullen altijd zaken gebeuren op de wereld waarvan veel mensen de noodzaak niet inzien, of waarvan ze walgen. Veel mensen, en niet de minste filosofen, gaven hun beeld en visie over de perfecte samenleving. Maar we kunnen niet aan dergelijke ideaalbeelden voldoen. Er zijn altijd mensen die zeuren en ontevreden zijn. Mensen die besluiten te demonstreren tegen zaken of juist akkoord gaan met zaken waar een minderheid van mensen voor is. Simpelweg om dwars te liggen, of veel vaker omdat ze juist anderen willen irriteren en plagen omdat ze hun eigen leven niet in de hand hebben zoals ze zouden willen.

In mijn mening lijden veel mensen aan wat ik noem ‘spirituele armoede’, dit zijn mensen die niet de kracht en wil hebben om door te gaan zonder enige steun. Een mens moet in mijn opzicht zowel met andere mensen kunnen samen werken als alleen kunnen verder gaan. Waarschijnlijk zijn de sterkste mensen, die mensen die een tijd lang zonder doel hebben geleefd zonder zichzelf naar het hiernamaals te sturen. Als zo iemand een doel vindt in zijn leven dan zal hij harder vechten dan wie dan ook om zijn doel te behalen en na te streven. Wat een dergelijk doel is, is eigenlijk van ondergeschikt belang. Vroom zijn ten opzichte van een god, fervent de menselijke natuur bestuderen of paperclips te verzamelen.

Het probleem van de menselijke samenleving is dat iedereen zijn eigen doel en overtuiging heeft, groepen zijn een rasechte illusie. Groepen bestaan niet echt, ze zijn een vereenvoudiging. Zet twee mensen langs elkaar en ze verschillen, dat is pas een constante. Zet twee Christenen langs elkaar en ze verschillen, zet twee engineers langs elkaar en ze verschillen. Een groep is geen identiteit, het is een vereenvoudiging van de menselijke geest.

Het is niet slecht om in groepen te werken. Grote groepen hebben immers de piramide gemaakt, de evolutietheorie opgesteld, de spaceshuttle ontwikkelt en het internet waar wij nu allen gebruik van maken.

Maar een groep is toch een kluit mensen die leeft met compromissen. Iemand in een groep stelt de regels van die groep omdat hij die regels in zijn geheel of in grote mate deelt. Een individu in een groep heeft echter meer regels dan die groep en die kunnen botsen met de opvattingen van andere individuen in diezelfde groep. Inherent zorgt dit voor conflicten en opsplitsingen van groepen.

Een groep is dus een geheel van mensen wat vrijwillig besluit een set van regels te volgen omdat ze het er grotendeels mee eens zijn en ze kunnen als geheel veel bereiken. Maar een groep zal ook tot afsplitsing lijden. Afsplitsing leidt meestal niet tot conflict, maar als het dat doet dan leid dit vaak tot hevige strijd.

Aan de andere kant van deze grens is de kluizenaar. Het individu dat zich helemaal terug trekt. De kluizenaar verafschuwt de samenleving met zijn oppervlakkige groepen en compromissen. Hij werkt liever gedreven en allen, half verzonken in de dieptes van zijn eigen wereld en geest en slechts af en toe in contact komt met de buitenwereld. Wellicht interessant om te weten is dat dergelijke mensen best veel van de menselijke psyche weten en vaak meer over zichzelf dan de meeste mensen in hun leven te weten komen.

Maar het individu is eenzaam en zwak tegen andere mensen die sterker zijn of tegen groepen. Ook hebben individuen minder controle en kan verontrustend afwijkend gedrag optreden zonder dat er tegen word opgetreden. Toch heeft ook het individu ook voordelen. Isaac Newton bijvoorbeeld was behoorlijk individueel maar wist juist daardoor zaken te ontwikkelen die heden ten dage nog nuttig zijn. Natuurlijk was Isaac Newton niet compleet alleen, hij had ook hulp van bijvoorbeeld zijn leraren.

Mensen zijn door hun individualisme veroordeeld tot strijd. Strijd op alle vlakken, mentaal, geestelijk en fysiek. Strijd om macht, geld of liefde zijn allemaal het gevolg van dergelijke verschillen. Ze zijn nodig voor onze samenleving om divers te blijven en zich te ontwikkelen en toch zijn ze net zoals een tweekoppige draak ook gevaarlijk voor diezelfde samenleving. Het systeem houdt zich in balans door te vertrouwen op onstabiele zaken om zichzelf in evenwicht te houden. Conflict is nodig voor evenwicht te behouden en datzelfde evenwicht te

Verstoren. Net zoals de wind duinen maakt aan zee of in de woestijn en ze ook weer vernietig om ze wat verder weer op te bouwen.

En geef nou toe, strijd is toch best wel oké van tijd tot tijd?

Bijvoorbeeld in een discussie zaken onderwerpen aan de meningen van verschillende mensen. Mocht je dan toch iemand tegen komen die niet weet wat compromissen is heb je drie keuzes;

  • opgeven

  • er tegen in gaan

  • koel blijven

Opgeven is bij mij niet mijn stijl. Er tegenin gaan is soms leuk maar niet verstandig in mijn ogen. Als ik moe ben zal ik echter wel tegen zaken in gaan en dan blijf ik stug met tegenargumenten komen tot mijn koppige discussiepartner opgeeft of zijn kop zo rood word als een tomaat. Ik ervaar het in dergelijke zaken als een vorm van vermaak. De steeds minder geduldige discussiepartner wordt witheet van woede om het niet behalen van zijn gelijk, mijn argumenten worden steeds minder goed afgeweerd en ontkracht. Zijn kop word rood als een tomaat, ik ervaar die zwakte als een roofdier dat zijn prooi moe ziet worden, als een stier die de rode broek van een matador ziet (al is een stier kleurenblind). In de gunstigste situatie voor mijn discussiepartner krijgt hij een gelijkspel waarbij hij woest is en zijn gelijk niet heeft en ik enigszins ontevreden en aangejaagd weer verder ga met mijn bezigheden.

Beter is het bij zulke heethoofden het hoofd koel te houden, rustig te blijven en ze er zelf achter te laten komen dat ze fout zitten, of op zijn minst ten dele hun mening verbeteren kunnen. Maar weet wel dat je zelf ook goed fout kunt zitten en sta daar voor open.

Één ding is echter constant, of je nou in een groep leeft of een individu bent; Je strijd altijd tegen jezelf en de afgrond van de rede.
Genoeg gelult voor vandaag.

Laterzzz!

Auredium Riptide

maandag 30 juli 2007

DVDReview: Alien

Dit is de eerste van de vier Alien films die ik ga reviewen. Zoals jullie kunnen opzoeken heb ik reeds de film Alien versus Predator gereviewd. In mijn bezigheid mijn DVD collectie te reviewen zijn we dus nu eindelijk aangekomen bij de film Alien.

Het verhaal

De film speelt zich af in de toekomst en gaat over een ruimteschip genaamd Nostromo dat een sos signaal oppikt vanaf een planeet. Als standaard procedure word de bemanning uit hun cryo-stasis gehaald en zetten ze koers naar de planeet.

Eenmaal op de planeet ontdekken ze een enorm buitenaards ruimteschip dat reeds lang geleden om onbekende reden is neergestort. Het blijkt dat het schip vreemde eieren vervoert. Als het verkenningsteam van drie man word aangevallen door vreemde wezens begint het verhaal van een bemanning die het op moet nemen tegen een bloeddorstig buitenaards wezen, een alien.

Over de film

De eerste Alien film dateert van 1979 en is daarmee bijna 30 jaar oud. Dat de film nu nog te koop ligt in winkels is een duidelijk teken dat het een hit is.
De director van de film is Ridley Scott wiens carrière begon met de film Boy and Bicycle in 1965. Hoewel Robert Scott reeds eerdere films had gemaakt was Alien echter zijn grote debuut. Na de film Alien maakte Robert Scott nog vele andere grote film, denk hierbij aan namen zoals Blade Runner, Gladiator, Kingdom of Heaven en de recente hitserie numb3rs.

Maar de film was niet alleen voor Robert Scott een doorbraak. Ook Sigourney Weaver's carriere kreeg een grote aanzwengeling door de film. Deze actrisse begon haar carrier in de film Somerset in 1970 en brak met de film Alien pas echt door. Na Alien, speelde ze in films zoals Ghost Busters (1984), Ghost Busters 2 (1989) en verschillende series.

Opmerkelijk om te noemen is dat Sigourney ' Ripley' Weaver niet in alle Alienfilms heeft meegespeeld. Zo was ze niet te zien in Aliens, het vervolg op deze Alien film. Ook had ze geen rol in de film Alien versus Predator maar dit kan worden verklaard door de scenery en tijd waarin deze laatstegenoemde film zich afspeelt.

De DVD

De DVD in mijn handen is al oud en de copyrights erop zijn van het jaar 2000. Desondanks is het menu goedverzorgt. Naast het spelen van de film is er de mogelijkheid om de taal te kiezen, hoofdstukken uit te kiezen en speciale features.
De film reeds verklaard te hebben, de taal- en hoofdstukkeuze als vanzelfsprekend te beschouwen gaan we direct door naar de special features.

De special features zijn niet mis. Zo is er commentaar van Ridley Scott, verwijderde scènes, trailers en reclames, tekeningen en foto's van de film, filmmuziek en quotes van de film.
Met een dergelijke berg van extra's zullen de meeste fans van de Alien films hun lust op kunnen botvieren. Persoonlijk hecht ik het meeste belang aan de verwijderde scènes, tekeningen en de filmmuziek. De commentaren van de director ben ik inmiddels wel gewend als feature en zijn normaliter niet echt bijster interessant.

De tekeningen zijn werkelijk fenomenaal en laten zien hoe gedetailleerd de film wel niet is. Ze laten uitvoerig het buitenaardse ruimteschip zien, hoe de alien-eieren werken maar ook scènes van een vreemde piramide die nooit de film heeft bereikt maar waarvan de eerste tekeningen enigzins lijken op de piramide van Alien versus Predator.

Al met al is deze oude film zeker de moeite waard om aan te schaffen en zal zelfs de wat mindere fan van de Alien series er zeker een avondje mee door kunnen.

Cijfer: 8.5

dinsdag 24 juli 2007

Update; lang niet geschreven

Hola Bloggers,

ik heb alweer een tijd lang niet geschreven tot mijn spijt. Werk en prive hielden mij afwezig van mijn blog waarvoor excuses. Zoals te zien valt ben ik verder gegaan met het reviewen van mijn DVD-collectie. Het is nu mogelijk om de review van Akira te lezen. Voor diegene die geen fan van animefilms zijn kan ik vertellen dat dit voorlopig de laatste anime-filmreview is die ik schrijf omdat ik door mijn anime DVD's heen ben.

Stay frosty marines!

Auredium Riptide

DVDReview: Akira - Special Edition

Goed, ik ben nu toch bezig met mijn anime DVD's te reviewen van de DVD collectie en deze anime DVD is de laatste van mijn collectie op dit moment. Akira is een must voor alle animefans. Als je Akira niet in je DVD collectie hebt als animefan ben je geen animefan. Boeit niet of je duizenden andere animefilms in je collectie hebt, zonder akira in je collectie ben je geen animefan. Heel simpel.
Voor de gewone mensen onder ons zal
Akira niet veel zeggen maar het is weldegelijk een belangrijke film in de filmgeschiedenis.

Akira is gemaakt door Katsuhiro Otomo, gemaakt in 1988 en speelt zich af in 2019. Net zoals een redelijk deel van animefilms is er een 3e wereldoorlog geweest. Japans steden raken overvol. In deze steden komen door overbevolking steeds meer opstanden, de politie grijpt daarop hard in. De omgeving is eentje van anarchie in een futuristische stad. Kaneda is een jongen die bij een motorbende zit en net zoals zoveel jeugd niet de moeite neemt om te studeren in deze ordeloze stad. Op een dag komt hij in aanraking met bovennatuurlijke mensen die beschikken over telekinetische krachten. Kaneda ontwikkeld vervolgens zelf dergelijke krachten. In het begin is hij verward en bang, maar al snel corrupteerd hij door zijn krachten.

het verhaal is belangrijk voor de filmindustrie omdat Akira een van de hoofdintroducés was van anime in de VS en Europa. als videobootlegs van slechte kwaliteit kwam de film naar de VS en Europa en keken vooral hoger geschoolde studenten erna. De nieuwe tekenstijl uit Japan, geïnspireerd op de westerse stijl sloeg direct aan en tot heden ten dage valt op menig HBO en Universiteit nog een aardig aantal studenten te vinden die het animegenre een warm hart toe dragen. Je raad het al, ik spreek uit ervaring.

De Film is natuurlijk goed, de kwaliteit is goed, ondanks dat de film al bijna 20 jaar oud is. De DVD bied de mogelijkheid om te worden bekeken in Dolby Surround 5.1 Engels, Dolby 2.0 Engels en Japans Dolby 2.0. Tevens is de mogelijkheid om te ondertitelen met Nederlandse ondertiteling. De extra feutures zijn net zoals Ghost in the Shell redelijk beperkt;

Er is een making of...,
80 productie foto's,
trailers,
een biografie van de maker,
uitleg over de karakters,
plotverloop van de film
Een interview met de maker
De credits
Productieaantekeningen
en de mening van de maker over zaken van de film

Dit klinkt als veel maar de meeste mensen zullen de helft naast zich neer leggen als weinig interessant en veel van de rest in vijf minuten hebben doorgebladerd. Gezien de leeftijd van de film, alsook de leeftijd van de DVD die is uitgebracht in 2001 mag het echter geen verassing zijn.

De DVD krijgt een goed punt en de leeftijd van de DVD word meegenomen in deze telling maar echt super hoog is het desondanks niet. Cult of niet, oudere DVD of niet, de film is goed en avondvullend, maar de DVD voelt incompleet kwa extra's en afwerking. Het menu is praktisch en snel, maar iets te simpel en bied weinig show.

Cijfer: 7.5

dinsdag 3 juli 2007

Column: niet recyclebare Auredium

Hola bloggers,

Ik heb besloten om maar weer eens gezond te doen en te gaan fitnessen. Het was niet zo dat ik gestopt was of zo, ik was gewoon vergeten dat ik kon gaan fitnessen. Maar goed, aangezien mijn geheugen vergelijkbaar is met de mist die vaak rondom England hangt denk ik dat dit voor bekenden van mij niet als een verassing moet komen.

Genoeg daarover. De mensen maken zich schijnbaar druk over het klimaat, of althans, als ik Giel Beelen van radio 3 FM moet geloven. Welnu, ik ben best voor klimaatvriendelijke regelingen maar betwijfel het nut ervan. Zelfs als de mensheid in een enkele dag tijd zijn vervuiling naar het niveau nul gaat brengen zal de huidige vervuiling (gezonken kernonderzeeërs, giftig afval, uitstoot red.) ervoor zorgen dat de komende 100 jaar de wereld nog zal opwarmen. Tel daarbij op dat landen zoals China en de VS niet snel hun uitstoot gaan verminderen en je weet hoe laat het is.

Wat mij echt irriteert echter is die opdringerigheid van een mogelijk schuldcomplex. “We moeten overstappen op spaarlampen want anders doen we schade aan het milieu en al die schattige diertjes”

Flikker toch op mens! Als ik een gloeilamp wil gebruiken dan doe ik dat toch lekker? Alsof die ene gloeilamp de wereld laat vergaan tegenover de vele fabrieken die alleen al Nederland rijk is. Ik snap best het grote geheel hoor, als heel Nederland 1 gloeilamp minder gebruik dan zijn dat toch al gauw 16 miljoen gloeilampen minder. Wie mij lastig gaat vallen met dergelijke maatregels, weet niet dat zoiets is als een rode lap voor een stier en laat ik met opzet mijn leeslamp een uurtje langer branden, juist omdat men mij lastig ermee valt dat ik mijn gloeilamp uit moet zetten.

Ik kan natuurlijk wel gaan zeiken over de grootmacht China waar de kolencentrales als paddenstoelen uit de grond schieten. Ik kan het hebben over de VS waar nog steeds dikke vette SUV’s rond rijden in de massa’s. Ik heb het reeds al eens gehad over het verbod om te rijden op koolzaadolie in ons eigen kikkerlandje. Maar let’s face it, dat zal niet echt helpen tegen de vervuiling en het bevorderen van een beter milieu. Ik ga in ieder geval aandelen kopen in zonnebrandolie en paraplu’s want dat is pas een investering waar ik toekomst in zien.

Begrijp me niet fout, een beter milieu is een goed streven maar ik denk niet dat het op middellange termijn veel zal veranderen aan het lot van onze planeet. Ja, we moeten het toch doorvoeren maar verwacht er maar niet te veel van. Nee, we moeten mensen geen schuldcomplexen aanpraten over het gebruik van verouderde auto’s en gloeilampen dat is gemeen en doortrapt en dat mag alleen ik zijn.

Hetzelfde geld overigens voor vegetariërs. We mogen schijnbaar geen vlees eten, het excuus is dat wij mensen het niet nodig hebben in ons dieet. Nou sorry hoor, als onze voorouders geen vlees waren gaan eten dan hadden onze hersenen nooit genoeg koolhydraten binnen gekregen die nodig waren om de herseninhoud te vergroten. Zonder dat onze voorouders geen vlees gingen eten hadden wij nooit hersenen gehad die in staat waren ethische vraagstukken te stellen over het eten van vlees. Wederom, begrijp me niet fout, we hebben geen vlees meer nodig heden ten dage. Maar hoe leg je dat een boer uit in Afrika die zijn familie laat leven op de kudde koeien die zijn hele bezit is? Hoe vervang je het vleesaandeel in de wereld door plantaardig eten? Het is gewoonweg geen praktisch op te lossen item. Daarbij komt natuurlijk dat ik gewoon mijn plakje vlees wil eten wanneer ik dat wil. Dat Flappie het konijn, of Clara de koe daarvoor betaald met zijn/haar leven lijkt mij daarbij van minder belang. In de natuur is de dood heel normaal, alleen de mens maakt er iets ongebruikelijk van, en dan alleen in gedachte.

Goed, ik heb weer genoeg heilige huisjes een stevige trap tegen het achterste gegeven zogezegd. Ik ga maar weer eens verder met mijn dagelijkse bezigheden.

De mazzel!

Auredium Riptide

maandag 2 juli 2007

Update: Weekend review

Hola bloggers,

Ik hoop dat jullie enigszins mijn laatste blog hebben gelezen. Mijn weekend was super zoals gewoonlijk. Vrijdag was ik wat te snel wasted door mijn werk, maar zaterdag was zeker een geslaagde dag. Dat gezegd hebbende heb ik komende Zaterdag geen werkzaamheden zoals normaal. Voor de informatie ik werk 6 dagen in de week waarvan gelukkig de 6e dag slechts 3 uur omvat. Ik heb dan ook twee banen, maar eigenlijk maal ik daar niet hard om. Ik ben immers lui en maak me dus niet druk over een vaste routine, dat bespaard me immers de nodigheden om te innoveren en een nieuwe vaste routine te ontwikkelen. :)

Wat is er allemaal dit weekend dan gebeurd?

Wel, mensen in de kroeg hadden bijna het genoegen om me over de nek te zien gaan van het bier. Ik heb mijn bakrekening weer eens geplunderd en nieuwe sociale contacten gemaakt. Zondag hoorde officieel bij het weekend, maar eigenlijk heb ik toen alleen maar zitten te lamballen.

Qua internationaal nieuws hadden we de bijna gelukte aanslagen in Groot Brittannie uitgevoerd wegens een 1500 jaar oud boekwerk. De rest van het Internationale nieuws zit me niet zo 1-2-3 bij om eerlijk te zijn.

Deze week zal ik meer dan genoeg tijd hebben om te schrijven voor mijn blog zo vermoed ik. Ik heb namelijk vroege dienst en in mijn ogen is dat de beste dienst die ik kan hebben tijdens mijn reguliere werkuren. Genoeg vrije tijd ’s morgens en genoeg vrije tijd ’s avonds. Normaliter zorgt dat wel voor een goede dosis aan schrijftijd voor deze blogger en jullie kunnen dan ook verwachten dat er iedere dag weer minstens 1 nieuwe blog verschijnt op zijn minst.

Ow ja, ik zal proberen mijn reeds bestaande blogs op te vrolijken met wat foto’s. Met name mijn laatste blog van emotionele kunstbarbaren moet nog wat foto’s krijgen. Helaas was ik gisteren te brak en te lui om hier wat aan te doen. Maar wees gerust, zodra ik wat minder lui ben geworden zal ik er wat bijpassende foto’s in gooien.

Laterz!

Auredium Riptide