dinsdag 12 juni 2007

Filosofie: De blinde en de drieoog

Goed, tijd voor een verhaaltje. uh, wat te oud voor een verhaaltje, mooi met zo'n karakter moet je vooral dit verhaaltje lezen.


Een tijd geleden, ergens op de wereld liep er een oude blinde man over een hobbelige zandweg. Overal waar hij aankwam, in ieder dorp en in iedere stad werd hij begroet door de mensen. Zij toonden altijd medeleven en hielpen hem altijd. Soms haalde kleine kinderen, of vervelende pubers wel eens een grap met hem uit, maar dat maakte hem niets uit. "Zij zijn nog jong" dacht hij dan maar. Hij bedankte altijd mensen voor hun hulp. Hij kon dan wel niets zien, maar horen des te beter. Hij hoorde de vogels fluiten, de wind waaien en de mensen lachen, praten en schreeuwen. Van de kleinste babies tot de ouderen van dagen die inmiddels zijn leeftijd hadden bereikt. Hij was blij met de hulp die hij kreeg.

Op een dag kwam hij bij een klein dorpje aan. Net zoals zoveel dorpjes en steden voor hem hoorde hij het fluiten van de vogels, de wind waaien en de mensen lachen. Hij voelde de warmte van de zon schijnen en was gelukkig. Na een tijdje kwam de oude man aan bij een drukke weg. Vol met verkeer en hij had hulp nodig om de drukke weg over te steken. Hij hoorde een man lopen en vroeg de man met een aardige stem voor hulp. De man was wel bereid om hem te helpen met oversteken. Omdat de blinde wel eens wat wilde praten begon hij een gesprek;

"Ik hoor zoveel geluid, is het soms marktdag?"
De man stemde in, het was vandaag marktdag. De blinde reageerde weer;
"Mooi, dan kan ik snel wat appels kopen. Ik wil u bedanken voor de moeite om mij te helpen met oversteken."

De reactie van de man was vreemd;
"Het is geen enkele moeite. U heeft tenminste ogen te kort en niet te veel."
Nog voor de blinde kon vragen waar de man het over had was deze al weg. Het lopen op de markt was altijd moeilijk, maar leuk. Overal was geluid, maar door goed te luisteren en te ruiken wist de blinde waar hij moest zijn. Na een tijdje bereikte de oude blinde man de groenteboer. Net nadat hij appels had bestelt besloot hij de groenteboer te vragen naar de betekenis van de woorden die hij te horen had gekregen. De groenteboer zijn stem sneerde naar de oude blinde;
"Vlak buiten het dorp, op een heuvel woont dat gedrocht van een Tunninksen. Hij heeft drie ogen zeg ik, het is niet normaal!"

De oude blinde man raakte geïnteresseerd, en met enig zoekwerk bereikte hij de voet van de heuvel net buiten het dorp. Hij volgde een korte slingerende zandweg de heuvel op en met zijn gevoel bereikte hij de deur van wat een huisje leek te zijn. Hij klopte aan, na enige tijd hoorde hij iemand aankomen. De deur ging open en een zware stem reageerde verdedigend met de woord;
"Wat moet je! Ben je soms ook iemand die het gedrocht met drie ogen wil zien!?"
De oude man keek omhoog en antwoordde simpelweg;
"Kunt u deze oude blinde man wellicht enig onderkomen geven voor de nacht die in het verschiet ligt?"

De oude blinde man hoorde een lichte zucht en een verontschuldiging. Hij werd uitgenodigd het huis in en werd tegemoet gekomen door de geur van aardappels en biefstuk. Zijn gastheer was bereid deze te delen, maar aan tafel bleef het stil.

Nadat de man alles had opgeruimd, kwam deze de woonkamer inlopen waar de oude blinde man inmiddels had plaatsgenomen. Na een korte stilte vroeg de oude blinde man;
"Heeft u werkelijk drie ogen meneer?"
Het antwoord was een kort en krachtig "Ja".
"Waarom moeten de andere mensen in het dorp u niet? " Stelde de oude man als vraag.
Waarop de drieogige man antwoordde;
"Zij zijn bang voor wat ze niet begrijpen. Ik ben anders dan hun en dus moeten zij mij niet. En u meneer, bent u niet bang voor mij? "
De vraag lokte bij de oude blinde man een kort lachje uit, waarna hij enigzins vermaakt antwoordde;
"Ik ben blind vanaf mijn geboorte. ik loop al mijn hele leven rond van plaats naar plaats. Ik heb nog nooit een mens met twee of met drie ogen gezien. Ik heb geen reden om bang te zijn voor iemand die er anders uitziet. Maar vertel me eens; blijven de mensen uit het dorp van u weg omdat ze bang voor u zijn? "

Enigzins gerustgesteld en met enig goed vertrouwen antwoordde de drieogige man;"
"Nee, de dorpbewoners blijven niet hier weg, ik blijf van hun weg. Ziet u, mijn derde oog geeft mij iets bijzonders. et laat mij niet het uiterlijk zien, maar het innerlijk. Ieder mens is als een open boek voor mij, ik hoef het slechts te lezen. En een samenleving is als een bibliotheek vol met open boeken welke ik kan lezen als het ware. Ik blijf weg van het dorp omdat ik al de boeken daar heb gelezen en allen teleurstelde mij."
Enigzins verrast door het antwoord van de drieogige man, vroeg de oude blinde man waarom de drieogige man was teleurgestelt, het antwoord was alsvolgt;
"Alle mensen die ik zie, welke ik lees als het ware zijn lelijk. Niet van buiten maar van binnen. Zij liegen tegen elkaar en tegen zichzelf. Zij zoeken niet naar begrip in wat anders is, maar enkel in hoe zij het kunnen benutten of wat voor voordeel zij ermee hebben. Zelfs de mooiste man en vrouw zijn lelijk als hun innerlijk van belang is.

De oude man reageerde verontwaardigd;
"En daar laat u zich door leiden!? Zij kunnen niet zien wat u ziet.Veel van hun kunnen nog niet eens het innerlijk van zichzelf zien tenzij ze hun uiterste best doen! U moet zich juist gelukkig prijzen met wat u kunt, en de mensen helpen door hun advies te geven!"
De drieogige man was van stomheid geslagen.

De daarop volgende morgen tijdens het op weg helpen van de oude blinde man vertelde de drieogige man dat hij naar het dorp ging om de mensen te helpen.

Goed, dit is natuurlijk wel een redelijk lang verhaaltje. Nu bestaan er geen mensen met drie ogen, uitzonderingen daargelaten, maar het is een metafoor. De oude blinde man staat symbool voor wijsheid en onpartijdigheid terwijl de drieogige man symbool staat voor inzicht.

Er zijn mensen op aarde die snel en kundig, net als de drieogige man inzicht kunnen krijgen in hoe mensen werkelijk zijn. Achter alle make-up en maskers die mensen opzetten in het openbaar. Wat wellicht belangrijk is, en ook in zekere zin de moraal van dit verhaal bevat is dat het berijpen van mensen begint met het begrijpen van jezelf.

De drieogige man begreep niet dat hij zijn eigen gave kon gebruiken om anderen te helpen en zag alleen de lelijkheid zonder te verbeteren. Hij begreep dit niet omdat hij nooit verder zichzelf had onderzocht, of in dit geval zijn gave.

Jezelf kennen, maar dan echt door en door zonder ook maar een enkele leugen van jezelf, een enkel masker van jezelf heel te laten.Dus het ontdekken van je ware innerlijke gedrag is een vereiste voor het begrijpen van andere mensen hun innerlijke. Maar het is ontzettend zwaar om niet tegen jezelf te liegen als je lelijkste zijde zich laat zien. Het is voor de meeste gemakkelijk om hun zwakke kanten te ontkennen, of ze te verbloemen alsof het minder erg is. Maar je moet keihard zijn in een dergelijke zoektocht. Ik bedoel niet de zweverige manier van de zoektocht naar jezelf, want dat is onzin, geen boek kan je helpen jezelf te ontdekken. En je stopt ook nooit met ontdekken naar alle waarschijnlijkheid. Je mooiste en lelijkste kanten zijn zijdes van je die tegen en voor je kunnen werken en dit zullen blijven doen, zelfs als je ze kent en begrijpt. Maar naarmate je jezelf ontdekt zul je meer en meer inzicht in anderen krijgen. Je zult je beter kunnen inleven. Zijdes van jezelf zijn ook altijd in anderen, alleen hoe krachtig ze naar voren komen verschilt van persoon tot persoon. Het 'derde oog' refereert daarom ook niet naar een fysiek derde oog, maar naar het inzicht in jezelf en de reflectie van dat inzicht in anderen.

Ik weet dat dat kleine sprookje daarboven nu een wel heel zware conclusie lijkt te hebben, maar eenmaal begrepen is zij zo makkelijk als ademen.

Geen opmerkingen: