dinsdag 2 oktober 2007

Verhaal: Magie - Lucht

Hoog op een ruwe berg welke in eeuwige sneeuw is gehuld staat een oude man. Zijn gezicht voorzien van grauwe haren en een lange warrige baard. Zijn rimpelige huid hard en stijf van de kou, zijn linnen mantel in gevecht met de straffe wind.

Een plotselinge windvlaag tart de oude man en even lijkt hij te moeten wijken voor de wind. Maar dan slaat hij hard met de voet van zijn kronkelende houten staf. Standvastig mompelt hij "Niet vandaag god van de wind!".De man houdt zijn staf omhoog, zijn grauw blauwe ogen fonkelen en hij roept uit "Ventus quasso". De wind begint fel te tollen en rukt alles rondom zich heen. De man die zich ontpopt als een magiër van de lucht weet zich met moeite overeind te houden. De bomen in de vallei diep onder hem beginnen wild te zwiepen door de kracht van de wind, zelfs de grauwe wolken tollen wild door elkaar. Lawines van sneeuw en rotsen worden los gewrikt door de chaotische storm en donderen hard naar beneden vergezeld door het geluid van bomen die breken als twijgjes.

De magiër herstelt zich en kalmeert de wind. Even verzinkt hij in herinneringen aan zijn eerste dagen als jonge leerling onder les van een andere oude magiër. Hij herinnert zich de wijze woorden van zijn meester nog goed;"Probeer niet de wind te dwingen in zijn weg. Probeer de wind te begrijpen en te verleiden jouw pad te kiezen."
De oude magiër begint te glimlachen en uiteindelijk buldert zijn lach over de gehele vallei. Versteld en geamuseerd van zijn beginnersfout mompelt hij tegen zichzelf dat hij wel oud moet zijn als hij zoiets vergeet.

Dan concentreert hij zich nogmaals op de wind. Hij voelt de wind en zijn gaan. Hij voelt hoe de wind tegen de bergen en tegen de bomen botst. Hoe de wind als het ware door de valleien wordt geperst en omhoog wordt gedrukt. De wind heeft geen keus. De wind wil vrij zijn maar wordt gedwongen een vast pad te kiezen. Dan richt de magiër zich naar de grote hoogte ver boven de bergtoppen. Met grote kracht waait daar de wind, zachtjes en voorzichtig leid hij de wind van de vallei naar de grote hoogte. Hoger en hoger, door de wolken heen die mee worden gevoerd in de stroming. Helemaal tot bij de hoogste luchtstromen.
De wolken zijn verdwenen en de zon schijnt in zijn volle glorie op de besneeuwde bergtoppen. De oude man haalt even adem en gaat met zijn stok rustig op een nabije rots zitten. Hij kijkt om zich heen naar de bergtoppen die fonkelen door de sneeuw, slaakt een diepe zucht en zegt;"Zo, en nu moet ik nog de berg afdalen."

Dit verhaal was verhaal van de dag op de site en werd aardig positief ontvangen. De laatste zin is overigens een beetje opzettelijk afbraak aan het verhaal. Ik ben goed in fantasy schrijven, maar eigenlijk spreekt het me niet aan omdat ik altijd het gevoel heb geschreven zaken te herschrijven in eigen woorden.

Geen opmerkingen: